In opdracht van NRK en Plastics Europe onderzocht CE Delft de klimaatimpact van de Nederlandse plannen voor circulaire kunststoffenindustrie. De onderzoekers maakten een scenario-analyse voor 2030 en onderzochten diverse praktijkcases. Het rapport werd ein vorig jaar gepresenteerd op het jaarlijkse ReThink-evenement: een congres van en door de plastics waardketen in Nederland.
De Nederlandse rubber- en kunststofindustrie zet zich actief in om haar milieu-impact te
verminderen. Dat bereiken we onder meer door de CO2-uitstoot terug te brengen, de weglek van
kunststof naar de natuur te voorkomen en het gebruik van niet-hernieuwbare grondstoffen te
verminderen. De verduurzaming van de sector kent kortom vele facetten, wat het tegelijk ook
complex maakt. Want hoe werken verduurzamingsinspanningen en plannen voor meer circulair
kunststofgebruik op elkaar in? En waar brengt het ons op de middellange termijn?
Om hier meer inzicht in te krijgen, heeft CE Delft in opdracht van Plastics Europe en NRK geëvalueerd waar de plannen voor een
circulaire plasticketen in Nederland op uitkomen en in hoeverre ze bijdragen aan een substantiële CO2-
emissiereductie.
De onderzoekers hebben twee soorten analyses uitgevoerd. Er zijn scenario’s
gemaakt voor 2030, waarbij is gekeken naar het effect van verduurzamingsopties op de CO2-emissies
van het Nederlandse gebruik van kunststof. Daarnaast is gekeken naar verschillende praktijkcases die
illustreren welke CO2-voordelen rubber en kunststof in specifieke producten bieden.
De belangrijkste conclusie van het onderzoek luidt dat hoezeer de hele productketen – van grondstof
tot eindgebruiker – alle zeilen ook bijzet, de doelen van de Transitieagenda niet binnen bereik
zijn. Met het huidige beleid en in het huidige tempo van de verduurzaming gaan we in 2030 niet
uitkomen op een aandeel gerecycled plastic van 40%, maar blijven we steken op hooguit 25%.
Knelpunt is vooral de hoeveelheid plastic die als grondstof voor recycling beschikbaar is.