Bij Neste, de Finse wereldleider in hernieuwbare brandstoffen, is Jeroen Verhoeven verantwoordelijk voor polymeren en chemicaliën. “Zonder ondersteunend beleid en stimulerende beleidsinstrumenten gaat het heel moeilijk worden om volledig duurzaam te worden”, zegt hij in zijn bijdrage aan Plastic Podium. Maar hij vindt ook dat we als industrie wel wat ambitieuzer mogen zijn.
Wat is jouw rol/die van jouw organisatie in een Plastic Transitie
Neste raffineert afval- en reststromen tot circulaire en hernieuwbare grondstoffen voor de productie van polymeren en chemicaliën. Plat gezegd helpen wij de plastic transitie door de circulaire en hernieuwbare grondstoffen te maken die virgin fossiele grondstoffen kunnen vervangen. Het gaat om “drop-in solutions” die in de bestaande krakers gebruikt kunnen worden en tot 85% CO2-emissiereductie ten opzichte van fossiele grondstoffen leiden.
Die circulaire en hernieuwbare oplossingen produceren we in productielocaties op drie continenten, waaronder onze bioraffinaderij hier in Rotterdam. Op dit moment is dat de grootste bioraffinaderij van Europa en we zijn bezig om onze productiecapaciteit in Rotterdam te verdubbelen.
Binnen Neste sta ik aan de lat voor het “renewable polymers & chemicals” segment en samen met mijn team helpen we de producenten van polymeren en chemicaliën te verduurzamen door circulaire en/of hernieuwbare oplossingen te leveren. Daarbij werken we zoveel mogelijk samen met partners in de keten, maar ook in de regio.
De plastic transitie schetst een ambitieus maar realistisch perspectief op een circulair en klimaatneutraal plastic systeem in Europa. Eens of oneens?
Daarmee ben ik het zowel eens als oneens! De Plastic Transitie Routekaart maakt heel duidelijk hoe complex en ingrijpend de transitie naar een volledig circulair en klimaatneutraal plastic systeem in Europa is. Deze transitie realiseren is ambitieus en de routekaart schetst een haalbaar perspectief. Tegelijkertijd zou ik ervoor willen pleiten om nog ambitieuzer te zijn.
Op twee punten moeten we als industrie een stuk ambitieuzer zijn. Allereerst het aandeel circulaire en hernieuwbare plastics in 2050. In onze ogen zullen we om de klimaatdoelstellingen te halen alle virgin fossiele grondstoffen moeten vervangen door circulaire of hernieuwbare grondstoffen. We werken heel graag met jullie leden samen om te zorgen dat de 35% fossiele input in 2050 veel kleiner is. Dat is haalbaar, er zijn voldoende afval- reststromen en innovatieve grondstoffen om de virgin fossiele input volledig te vervangen. Een bijkomend voordeel is dat deze circulaire en biobased grondstoffen de strategische onafhankelijkheid van de Europese industrie vergroten.
Het tweede punt is dat er op de korte termijn al veel meer mogelijk is en gedaan moet worden. Eigenlijk hadden we al veel eerder de circulaire en hernieuwbare alternatieven moeten opschalen. In de agenda zie ik bij de ambitie om in te zetten op circulaire verdienmodellen zoals recycling, biobased plastics en CO2 ‘2026-2027’ staan, terwijl we daar nu al mee kunnen (en moeten) beginnen.
Het, voor mij, meest opvallende inzicht en/of feit in de Plastic Transitie Routekaart
Hoe cruciaal beleid en de overheid zijn voor de transitie van de plastic industrie. Zonder ondersteunend beleid en stimulerende beleidsinstrumenten gaat het heel moeilijk worden om volledig duurzaam te worden. Dan denk ik niet aan subsidies, maar vooral aan het wegnemen van obstakels. Regelgeving aanpassen zodat het makkelijker wordt om afval als grondstof te benutten en bijvoorbeeld een vergunning te krijgen voor duurzame projecten. Daarnaast hebben we ook beleidsinstrumenten zoals normering nodig om duurzame alternatieven competitief en schaalbaar te maken.
Wat ik nog mis in de Plastic Transitie Routekaart
In de Plastic Transitie Routekaart mis ik de voordelen van deze transitie die niet klimaat-gerelateerd zijn. Daarbij denk ik vooral aan strategische autonomie en verminderde afhankelijkheid van virgin fossiele grondstoffen. Het benutten van afval- en reststromen en innovatieve nieuwe grondstoffen maakt dat de Europese industrie minder afhankelijk is van een beperkt aantal landen voor grondstoffen, waardoor er meer zekerheid ontstaat.
Mijn tips voor hoe we de Plastic Transitie samen tot realiteit gaan maken
Samenwerken en op tijd beginnen! De Routekaart laat zien hoe lastig het is om deze transitie te maken en dat we als industrie grote uitdagingen hebben. Daarom is het belangrijk om in de keten samen te werken, om obstakels weg te nemen maar ook om van elkaar te leren. Tot slot wil ik vooral benadrukken dat we het ons niet kunnen veroorloven om te wachten. Als we de Plastic Transitie realiteit willen maken, dan moeten we eergisteren beginnen.