Het op 12 december gepresenteerde Rapport Wennink breekt terecht een lans voor het behoud én de vernieuwing van de basisindustrie. Het benoemt expliciet dat raffinage, staal en chemie aan de basis staan van tal van hoogwaardige ketens in Nederland. Dat geldt met stip voor circulaire plastics, die binnen het domein energie- en klimaattechnologie een prominente plek innemen op de lijst met kansrijke innovaties.
Plastics Europe Nederland ziet het Rapport Wennink dan ook als een belangrijke erkenning van het strategisch belang van de plasticsector voor een duurzame en circulaire economie. Het onderstreept ook wat partijen aan de Plastictafel eerder dit jaar concludeerden: juist voor plastics hebben we in Nederland alles in huis om uit te groeien tot een onmisbare spil in Europa’s duurzame circulaire economie. Met een integrale benadering en een programmatisch bundeling van projecten zijn significante synergievoordelen te behalen.
Circulaire plastics vormen een ‘triple win’, zoals het rapport die benoemt: ze versterken energie- en grondstofzekerheid, versnellen verduurzaming én bouwen aan toekomstig verdienvermogen. Het benutten van dit innovatie- en investeringspotentieel vraagt om een stabiele investeringsroute, met randvoorwaarden die kloppen. Het rapport is daar helder over: energieprijzen, vergunningen/regelgeving en voorspelbaarheid bepalen of projecten ook daadwerkelijk kunnen landen.
Dat geldt in het bijzonder voor regels rond het gebruik van “afval” als grondstof, die nu vaak strenger uitpakken dan regels voor primaire grondstoffen. Nederland moet hier dringend mee aan de slag en zorgen voor uniforme, geharmoniseerde EU-afvalregels die de inzet van circulaire grondstoffen in de plasticketen stimuleren in plaats van afremmen.
Terecht stelt Wennink dat het nu gaat om once in a lifetime veranderingen die overheid en bedrijfsleven alleen samen tot een goed einde kunnen brengen. Plastics Europe onderschrijft dan ook ten volle het pleidooi voor het doorbreken van departementale silo’s en een geinstitutionaliseerde publieke-private dialoog, geborgd in een structurele governance. Plastics Europe onderschrijft dan ook ten volle het pleidooi voor het doorbreken van departementale silo’s en een geïnstitutionaliseerde publieke-private dialoog, geborgd in een structurele governance. Ook daarin herkennen we de oproep van de Plastictafel: structureel bouwen aan vertrouwen en samenwerking, om tempo te maken en van plannen naar uitvoering te gaan.
Voor het waarmaken van circulaire plasticambities komt dit rapport op een nu-of-nooit-moment. Terwijl de Europese plasticindustrie vecht voor haar voortbestaan en investeringsbeslissingen voor capaciteit in de komende decennia nú worden genomen, verplaatst productievolume zich razendsnel. Juist daarom moeten investeringen in circulaire plastics niet alleen vanuit recyclingperspectief worden bezien, maar ook als onmisbaar voor realistisch Nederlands circulair industriebeleid. Plastics Europe hoopt dat de Nederlandse politiek – in het bijzonder de partijen aan de formatietafel – de adviezen van Wennink voor investeringen in de basisindustrie en cleantech ter harte neemt én deze koppelt aan de aanbevelingen van de Plastictafel. En dat Nederland zich hiermee nadrukkelijker mengt in de Europese dialoog over de noodzakelijke hervormingen voor een duurzame, circulaire en concurrerende plasticindustrie