De inwerkperiode van het nieuwe kabinet valt samen met het reces van de Tweede Kamer.
Normaal gesproken is het op de ministeries dan zo goed als uitgestorven. Maar dit jaar zal dat vermoedelijk toch anders zijn. Want naast een eerste begroting die eind augustus klaar moet om met Prinsjesdag te kunnen presenteren, moet ook het hoofdlijnenakkoord in een regeerprogramma worden uitgewerkt. Hopelijk weten de ministeries dus nog een flinke zomerploeg op de been te brengen, om alle open einden uit het hoofdlijnenakkoord in te vullen en te voorzien van goede adviezen. Die open einden zijn er zeker ook voor het circulaire plastic-dossier. Want hoe moeten bijvoorbeeld de meer dan 100 reacties op het voorstel voor een Nationale Circulaire Plastic Norm worden gewogen? En hoe verhoudt het voorstel voor een nationale norm zich tot een ‘circulaire plastic heffing’ die de schatkist in 2028 meer dan een half miljard euro moet opleveren. En wat is precies de logica achter een circulaire heffing, terwijl het woord circulair in het hoofdlijnenakkoord niet voorkomt. Of is groene groei toch ook een beetje circulair?
Veel vragen waar naast de rekenmeesters van Financiën de ambtenaren van minimaal drie ministeries zich het hoofd over mogen breken. Wat uiteindelijk neerkomt op de vraag hoe de vele ambities en doelen uit de nationale programma’s voor de verduurzaming van de industrie (nu bij Klimaat en Groene Groei) en die voor een circulaire economie (bij IenW) in het regeerprogramma een plek gaan krijgen. En hoe voor industriebeleid (bij Economische Zaken) geld wordt gevonden voor de grootschalige verbouwing van de procesindustrie, in de Nationale Technologiestrategie terecht geïdentificeerd als ‘sleuteltechnologie’ en unieke kans voor het toekomstig verdienvermogen.
Nog veel onbeantwoorde vragen kortom. En dat voelt best wat onbevredigend. Want als zelfs gezaghebbende instanties als SER en PBL hameren op meer aandacht voor een circulaire maakindustrie, we die boodschap afzonderlijk en met partners in de keten keer op keer hebben herhaald en toegelicht en het woord circulair uiteindelijk alleen bleef plakken aan een plastic heffing… Dat geeft te denken over hoe er tegen plastic wordt aangekeken. De noodzaak om op korte termijn in te zetten op een circulaire plastic keten wordt kennelijk nog onvoldoende gevoeld. Terwijl de wanhoopskreten uit de recyclingindustrie en afvalbranche steeds luider klinken. En er vooralsnog ook geen eind lijkt te komen aan de reeks negatieve berichten uit de industrie.
Maar gelukkig zijn er ook lichtpuntjes. Achter de schermen wordt wel degelijk doorgepakt op het circulaire plastic dossier. Zo zetten IenW en EZK gezamenlijk vaart achter Europees beleid dat een impuls moet geven aan duurzame koolstof voor de chemische industrie. Samen met andere lidstaten is een joint statement opgesteld, dat de Europese Commissie oproept een beleidspakket te introduceren dat focust op marktcreatie, grondstoffenbeschikbaarheid en het waarborgen van een gelijk speelveld. Staatssecretaris Heijnen stelde vlak voor haar vertrek ook nog een speciaal regeringsvertegenwoordiger Circulaire Economie aan, Steven van Eijck, die als liaison tussen overheid en bedrijfsleven de transitie moet aanjagen. Maar bovenal hebben we als partijen in de plastic waardeketen zelf grote stappen voorwaarts gezet om tot een gezamenlijke routekaart te komen. Het voorwerk is kortom gedaan, zodat er na de zomer bij wijze van spreken alleen een klap op hoeft. Nu maar hopen dat het voor plastic niet helemaal reces zal worden. Zodat de open einden voor plastic worden ingevuld. En worden voorzien van urgente adviezen die politiek gehoor vinden.
Dat circulair uiteindelijk alleen bleef plakken aan een plastic heffing. Dat geeft te denken over hoe er tegen plastic wordt aangekeken.