Richt onderhandelingen op verhogen van waarde van plastic afval als circulaire grondstof.
Voorafgaand aan de vierde onderhandelingsronde voor een wereldwijd plasticverdrag (INC-4 voor een Global Plastic Treaty) gaf Virginia Janssens, managing director van Plastics Europe de volgende verklaring.
“Om onderhandelingen met succes en op tijd af te ronden, doen we een oproep aan alle partijen, inclusief onze industrie en regeringen, om in Ottawa nauwer samen te werken en de focus te houden op het identificeren van gezamenlijke oplossingen.
We zijn ervan overtuigd dat een overgang van een lineair naar een circulair plastic systeem de sleutel is tot het oplossen van het plastic afval probleem. Een circulair plastic systeem waarin alle plastic toepassingen worden hergebruikt, gerecycled en verantwoord worden afgedankt is ook de meest effectieve manier om deze transitie te versnellen én de waarde van plastic voor de samenleving te behouden doordat dit Verdrag plastic afval werkelijk een waarde kan geven.
Hoe groter de economische waarde van plastic afval is, des te groter de prikkel om het niet te laten eindigen als afval, op de stort of in de verbrandingsoven, maar het opnieuw te gebruiken of te recyclen. Dit zal investeringen in recyclinginfrastructuur en innovatie enorm aanjagen en economische groei en werkgelegenheid stimuleren.
Daarom roepen wij onderhandelaars op zich te focussen op beleid en maatregelen die de waarde van plastic afval als grondstof doen toenemen en de marktvraag naar gerecycled plastic als grondstof stimuleren. Daarbij hoort in elk geval de invoering van een verplicht aandeel gerecycled plastic voor sectoren die op nationaal niveau plastic gebruiken.
Beleid en maatregelen voor een vergrote waarde van plastic afval als grondstof moeten duurzaam financieel worden ondersteund. UPV’s (Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid) zijn bijvoorbeeld financiële systemen die effectief zijn in afvalbeheer van producten.
Onderhandelingen moeten met urgentie en ambitie gevoerd, maar tegelijkertijd moeten we waken voor ‘one-size-fits-all’ en ogenschijnlijk aantrekkelijke besluiten die onbedoelde milieu- en sociaaleconomische gevolgen hebben. En die het vermogen voor een effectief uitvoeren van een Verdrag daarom slechts ondermijnen.
In plaats van botte en contraproductieve instrumenten als verboden en negatieve lijsten, roepen we onderhandelaars met klem op om een toepassingsgerichte en wetenschappelijk verantwoorde aanpak te steunen. Die stelt ons in staat gezamenlijk te definiëren wat problematisch en vermijdbare plastic toepassingen zijn, om zo lekkage en extra milieuschade te stoppen, zonder onnodige sociaaleconomische schade te veroorzaken.”